Boekontwerpen gaat voor een groot deel over het bedenken van een format. Een redactionele verteltrant op een zodanige manier in vorm gebracht dat het optimaal recht doet aan de inhoud. De inhoud van dit boek varieert van interviews en beschouwingen over architectuur en stedenbouw tot een briefwisseling tussen J.J.P. Oud en Philip Johnson over de schaarste aan fietsbanden in het naoorlogse Nederland. Crimson structureerde deze publicatie door middel van fotografische essays over de stand van zaken van het modernisme, haar nakomelingen en haar bijverschijnselen in het Nederlandse stadlandschap van 1999. Deze essays dragen hermetische titels als ‘Protect me from what I want’, ‘Mothership’ of ‘Creep’ en behandelen spiraalsgewijs de nalatenschap van Gerrit Rietveld of Aldo van Eijck en plaatsen deze architecten naast eigentijdse ontwerpers als MVRDV of Sjoerd Soeters. Op basis van specifieke kwaliteiten duiken dezelfde gebouwen binnen andere contexten steeds opnieuw op in de beeldenreeksen.

Deze gebouwen moesten dus opnieuw ‘onderzocht’ worden – bestaande afbeelding voldeden niet binnen dit format – en Mischa Keijser en ik gingen samen met Crimson op fotosafari door Nederland. Deze foto’s – door een criticus omschreven als ‘steeds met een paar passen te ver naar achteren genomen’ – vormen feitelijk het belangrijkste ontwerpelement van dit boek, samen met passende eclecticistische typografie van Andreas Tetzlaff en Gerard Fox. Dit enigszins caleidoscopisch aandoende format bleek een uitstekende manier om de complexe, soms hilarische inhoud naar de lezer te brengen en recht te doen aan de scherpzinnige werkwijze van Crimson Architectural Historians.