Werk Geheugen | Working Memory
Monumentale Herinnering | Monumental Remembrance
WiMBY!, Simone Rots, Crimson Architectural Historians, Peter Hoogvliet, Vestia

















































































































































To view the publication on this subject on Yumpu click:
https://www.yumpu.com/nl/document/view/27108583/het-geheugen-van-westerstein

WiMBY! (Welcome into My Back Yard!), de Internationale Bouw Tentoonstelling over de toekomst van Hoogvliet, een voorstad van Rotterdam, werd georganiseerd door Crimson Architectural Historians. Een kenmerkend uitgangspunt van Crimson bij de beschouwing van stedenbouw is de rol van de gebruiker, de bewoner van de stad. In de periferie van WiMBY! Werd dit tijdelijke monumentale project gerealiseerd met als uitgangspunt herinneringen van bewoners van de seniorenflat Westerstein waarvan de gemiddelde leeftijd boven de 80 jaar lag.. Geselecteerde bewoners werden geïnterviewd over hun leven en gevraagd een foto te leveren met daarop een dierbare persoon. Dit leidde tot een reeks van 28 unieke portretten die monumentaal op de zijgevel van het gebouw aangebracht werden. De portretten, meestal een uitsnede uit een familiefoto zorgden voor een actieve uitwisseling tussen de bewoners. Portret, bronbeeld en interview werden in een publicatie samengebracht; ‘Het geheugen van Westerstein’.

WiMBY! (Welcome into My Back Yard!) The International Building Exhibition on the future of Hoogvliet, a suburb of Rotterdam, was curated by Crimson Architectural Historians. A central aspect of Crimson’s approach of urban planning is the role of the ‘user’, the inhabitant of the city. Peripheral to WiMBY! A project was realised that focused on the memories of occupants of the senior residence Westerstein of which the average age topped 80. Selected occupants were interviewed and asked to produce a photograph of a person dear to them. This lead to a series of 28 portraits which were monumentally placed on a side façade of the building. These portraits, usually a cropped version of a family photograph lead to intensified exchanges between the occupants. Portrait, source image and interview were then combined in a concise publication; ‘The memory of Westerstein’.

.....

Geheugenwerk, de andere kant van de gevel.

Waar de belangstelling verdwijnt, verdwijnt ook de herinnering
–Goethe

Monumentaliteit

Architectuur is traditioneel de drager van grafische uitingen. De Amerikaanse architect Robert Venturi heeft in de zestiger jaren aangetoond dat zelfs het modernisme hieraan niet kon ontkomen en heeft in zijn eigen herziening van het modernisme de ‘pratende gevel’ geherintroduceerd. Grote volgelingen van Venturi zoals Nouvel en Koolhaas interpreteerde dit in de tachtiger jaren door in hun plannen gebouwen te voorzien van zeer grote gevelvullende beeldschermen. Hierdoor ontstond een nieuw probleem, dat van de representatie van (mens)figuren binnen een monumentale context die veel verder ging dan in het verleden. Het waren niet langer beelden voor een gebouw. Het gebouw zelf werd verondersteld beeld te zijn. Echter alle beelden, behalve die welke in ‘de werkelijkheid’ door onze retina worden waargenomen, komen tot ons via een weergave of ‘representatie’. Deze weergave levert altijd een visuele structuur mee met het weer te geven beeld. Dat geld voor niet alleen voor realistische schilderkunst maar ook voor fotografische beelden en video. Voor een goede integratie van beeld en architectuur is de visuele structuur van de weergave dus een ontwerpprobleem op zich.

Techniek
Het project ‘Geheugenwerk’ vindt zijn oorsprong in een reeks onderzoeken die ik vanaf 1997 verricht heb voor Kon. TPG-Post naar de mogelijkheid generieke architectuur van een flexibele in de architectuur geïntegreerde grafische identiteit te voorzien. De eindvorm was van een bedrieglijke eenvoud; een matrix van 8 stippen gelijkelijk verdeeld over negen posities op een oppervlakte van 30 bij 30 centimeter. In het midden van de matrix ontbrak een stip, en het was juist deze ontbrekende stip die structuur gaf aan de vertaalde grafische vorm. De op de gevels verwerkte logo’s van het postbedrijf, bekend door hun eindeloze herhaling in de media, bleven herkenbaar ondanks het feit dat zij sterk gefragmenteerd weergegeven werden. Dit betekent voor mij dat wat men ziet ondergeschikt is aan wat men weet. Het is de herinnering die het oog stuurt. Bij verdere experimenten in toepassing van de matrix bleken het vooral portretten en mensfiguren te zijn die een grote mate van herkenbaarheid behielden. Althans, indien het geheugen ‘werkt’. Een neerslag van dit onderzoek naar weergave van beeld is gerealiseerd bij de LED lichtwand die ik in samenwerking met Rob Nolte ontwikkelde voor Dexia Bank Nederland in de periode 2000-2002 en die aantoont dat met een actieve matrix van tachtig bij honderd twintig beeldpunten in staat is tot weergave van complexe visuele ‘informatie’.

Het geheugen van Westerstein

Bij onderzoek naar de mate van herkenbaarheid van de tot matrix verwerkte portretten realiseerde ik mij hoever het aanvullend vermogen gaat bij het herkennen van gelaatsvorm en -uitdrukking. Aan een ‘grofmazige’ weergave van portretten van totaal onbekende mensen voegt men visuele ‘ervaring’ toe, waardoor men denk te weten hoe ze in werkelijkheid uit hun ogen keken. Voor de inwoners van Westerstein die een foto van een dierbare geleverd hebben moet dit ‘ervaren’ nog sterker zijn aangezien zij niet alleen de afgebeelde mens herkennen maar ook de afbeelding die hieraan ten grondslag ligt. Zodoende ontstaan er (minstens) twee manieren van ‘zien’. Achter elk beeld gaat een herinnering schuil voor die gene die de leverancier van het bronbeeld is. Niet alleen een herinnering aan de geselecteerde persoon maar ook aan de afbeelding of representatie die door de jaren heen zijn eigen betekenis ontwikkeld heeft. Voor de overige beschouwers, waaronder de andere inwoners van Westerstein, is er die andere herkenning: die van geslacht, leeftijd, menstype, eventueel het karakter, en zelfs de periode waarin het originele beeld ontstond.

WiMBY! binnenste buiten

In 2002 werd de IBT-Hoogvliet ofwel WiMBY! (Welcome Into My Back Yard) ten doop gehouden door middel van de manifestatie ‘Binnenste Buiten’. Hierin stonden de bewoners van Hoogvliet centraal. Een onderdeel vormde de vele tot matrix verwerkte mensbeelden van Hoogvlieters die op monumentale wijze in het straatbeeld verschenen. Hoewel de matrix toegepast werd om tot een min of meer universeel beeld te komen verhinderde deze techniek niet dat de afgebeelde mensen tot archetypes werden. Het geheugenwerk Westerstein is de eerste voortzetting van het principe van ‘Binnenste Buiten’. Het vormt een verdere toespitsing naar één plaats en één bewonersgroep. Westerstein is een fors modernistisch gebouw van dertien verdiepingen met twee semi blinde gevels met daarin uitsparingen om licht toe te laten tot de binnengalerij. De achtentwintig portretten zijn aan weerszijden van de uitsparingen gegroepeerd in willekeurige volgorde. Gekozen is voor de zuid gevel omdat zich daar de hoofdingang bevind aan een soort plein. Hierdoor zal het werk zowel op afstand als van dichtbij gezien worden. De individuele portretten meten zo’n vier bij vijf meter en bestaan in de breedte uit iets meer dan dertig beeldpunten wat ze van nabij volstrekt abstract maakt. Aangezien slecht weinig mensen ruggelings bewegen zal het waarnemingsproces zich doorgaans afspelen van herkenning naar abstractie. Tijdens het benaderen of verwijderen zal het geheugen zich ‘vormen’ of ‘ontbinden’ maar in ieder geval ‘werken’.

....

Westerstein Binnenste Buiten
Wouter Vanstiphout

Een van de meest voorkomende clichés die op dit moment wordt gebruikt door bouwers, ontwerpers en bestuurders is dat men het ‘voor de mensen doet’. Wat men er niet bij vertelt, of kan vertellen, is dat het daarbij helaas niet gaat om de mensen die op dat moment in het desbetreffende gebouw of de desbetreffende wijk wonen, maar om nieuwe mensen die nog moeten komen. De zittende mensen zijn echter degenen waar men gedurende het bestuurlijke proces mee te maken heeft. Van dichtbij beschouwd hebben deze mensen simpelweg andere belangen dan de eigenaars van het gebouw waarin zij wonen en dan de nog onbekende mensen die hen zullen vervangen. Zelfs bij een uitermate subtiel project als de renovatie van Westerstein komt dit naar boven. Vele van de bewoners geven aan dat zolang zij nog in leven zijn, een renovatie het beste achterwege kan blijven omdat zij een verhuizing misschien niet eens zouden overleven. Hoe dramatisch het ook klinkt, de eigenaar kan zich vaak niet veroorloven zich te houden aan de wensen van zijn bewoners. Daarmee zou hij namelijk ingaan tegen het belang van de toekomstige bewoners, die het recht heb¬ben in een moderne en goed onderhouden flat te wonen. Hij zal moeten renoveren en daarbij dikwijls ingaan tegen de directe belangen van juist de oudste zittende bewoners.

Maar als we nu uitzoomen, zien we dat dit geen uniek of nieuw dilemma is. Het is altijd een centraal onderdeel geweest van de geplande of ongeplande transforma¬tie van stad, dorp en land. De wereld van de vorige generatie verdwijnt langzamer of sneller maar onvermijdelijk ten gunste van de nieuwe generaties. Deze gelaagde verdwijning brengt niet alleen veel pijn, angst en verdriet met zich mee maar ook de gelaagde beleving van een stad die al wat heeft meegemaakt. Het laatste houten huis temidden van de glazen wolkenkrabbers, het enige gebouw dat het bombardement heeft overleefd, de klokkentoren van een verdwenen kerk etc. Soms verwijzen alleen nog straatnamen naar een vorige gedaante van de stad of wijk. Dit zijn de aspecten
die een menselijke nederzetting haar bestaansrecht geven, die het mogelijk maken er te leven: de zichtbare sporen van onze voorgangers.
In de beeldvorming van de vernieuwing van naoorlogse wijken is dit aspect echter zo goed als afwezig. Juist de nieuwheid en de frisheid en de hedendaagsheid van de nieuwe projecten worden naar buiten gebracht, niet het feit dat men nieuwe mensen naar oude wijken wil lokken. Het is alsof men mensen lokt met hun eigen ideale spiegelbeeld, in plaats van met de onverwachte karakteristieken van de naoorlogse wijk, zo men al van plan is daar ook maar iets van over te laten. Wat we missen bij de naoorlogse wijken is de visuele romantiek die we wel hebben voor de middeleeuwse en de 19e eeuwse stad. Een oudere naoorlogse wijk is nog steeds alleen maar droevig en oud. Toch bieden deze wijken een unieke vorm van nostalgie en herinnering: de allereerste bewoners leven dikwijls nog. De herinneringen zijn oud maar vers; de nos¬talgie zit dicht op de huid, is intiem en persoonlijk. Deze steden zijn gebouwd door mijn opa en oma; niet door een tijdgenoot van Floris of Charles Dickens. Deze wijken en de gebouwen die erin staan maken op dit moment voor het eerst een grondige renovatie door; en de slachtoffers zijn geen anonieme arbeiders of horigen, maar onze eigen familie, onze moeders, zussen, neven, nichten vrienden en vriendinnen, opa’s en oma’s. Zo van dichtbij beschouwd valt het niet mee: het eeuwige en onvermijdelijke proces van stedelijke vernieuwing.
Toch heeft WiMBY! samen met Gerard Hadders aan de bewoners van Hoogvliet aangeboden dit emotionele proces open en eerlijk, met veel gevoel voor dramatiek en rituelen, te beleven. In 2002 keerden we voor het eerst Hoogvliet binnenste buiten. De laatste bewoners van een drietal flats aan de Saffraanstraat die gesloopt zouden worden stonden toe dat de leegstaande appartementen waar zij tussen woonden tijdelijke tentoonstellingsruimtes zouden worden en dat hun gevels behangen werden met monumentale foto’s van Hoogvlieters. Wekenlang werden zijzelf deel van een openlucht tentoonstelling over de wenkende toekomstperspectieven en de bitterzoete herinneringen die gepaard gaan met de herstructurering van Hoogvliet. Maandenlang stonden grote foto’s van Hoogvlieters langs de wegen en plantsoenen terwijl daarachter de huizen werden gesloopt en bouwborden verrezen met fotomontages van huizen en bewoners waarvan het onmogelijk was voor te stellen dat ze ooit maar één rimpel op hun gezicht of één lek in hun dakgoot zouden krijgen. Van de Saffraan¬straat waar dit gebeurde is niets meer over; alleen de veldbloemen verraden het puin dat nog in de grond ligt en de scheefhangende lantarenpalen laten gissen waar ooit de straat liep.

In Westerstein zijn WiMBY! en Gerard Hadders samen met woningcorporatie Vestia een stap verder gegaan. In 2002 keerden we Hoogvliet binnenste buiten door de bewoners op de gevels te plaatsen. In Westerstein keren we als het ware de bewoners zelf binnenste buiten en laten we hun herinneringen in de vorm van reusachtige portretten aan de gevel van het gebouw verschijnen. De foto’s van zussen, broers, zoons, vriendinnen en vrienden, vaders en moeders laten de herinneringen en de binnenwerelden zien van de bewoners van Westerstein en tonen daarmee iets van de rijkdom van de herinneringen van de generatie die Hoogvliet heeft ‘gesticht’ en bewoonbaar heeft gemaakt voor de huidige generaties, maar die nu in zeker opzicht het slachtoffer is van de vernieuwing. Het geheugen van Westerstein is zeker niet de laatste aflevering in het ‘Geheugenwerk’ van WiMBY! en Gerard Hadders. De architectuur en stedenbouw van Hoogvliet is nog te veel bezig met het scheppen van een suburbaan gevoel van veiligheid, frisheid en opgeruimdheid om de menselijke menagerie echt op waarde te schatten. Maar ook dat is een bijna onvermijdelijk gevolg van de relatieve jeugd van deze generatie woonwijken. Ondertussen voeren wij met ‘Binnenste Buiten’ een parallelproject uit dat verschijnt en verdwijnt met de bulldozers van de herstructurering, maar zich ooit hopelijk duurzamer zal verweven met de gebouwen, straten en pleinen van Hoogvliet. Dit project heeft tot doel om dwars tegen de stortvloed van antiseptische beelden van vernieuwing in, de rommeligheid en de emotionaliteit van de menselijke bijenkorf die Hoogvliet heet een monumentale uitdrukking te geven.

Wouter Vanstiphout
WiMBY!