Kunst wordt gemaakt dóór mensen vóór mensen
Campagne voor Ik Hou Van Holland, Nederlandse kunst na 1945
Stedelijk Museum Schiedam, Diana Wind, Henny van Leeuwen, Eveline Lamphen

Vaandels
Vaandels


Affiche
Affiche


Affiche
Affiche


Affiche
Affiche


Affiche
Affiche


Advertentie Kunstbeeld
Advertentie Kunstbeeld


Banieren
Banieren


Flyers
Flyers


Advertentie Uitagenda
Advertentie Uitagenda


Advertentie Vrije Academie
Advertentie Vrije Academie


Straataffiche A0
Straataffiche A0


Straataffiche In Situ
Straataffiche In Situ


Publieksgids
Publieksgids


Publieksgids contextpagina's
Publieksgids contextpagina’s


Publieksgids periode inleiding
Publieksgids periode inleiding


Publieksgids kunstenaarspagina's
Publieksgids kunstenaarspagina’s


Publieksgids contextpagina's
Publieksgids contextpagina’s


Publieksgids periode inleiding
Publieksgids periode inleiding


Publieksgids kunstenaarspagina's
Publieksgids kunstenaarspagina’s


Vaandels bij ingang Stedelijk Museum Schiedam
Vaandels bij ingang Stedelijk Museum Schiedam


Ik Hou Van Holland font familie
Ik Hou Van Holland font familie


Met de tentoonstelling Ik hou van Holland. Nederlandse kunst na 1945 is twee jaar lang hét overzicht van de Nederlandse kunst van na 1945 te zien in het Stedelijk Museum Schiedam. Nergens in Nederland wordt een dergelijk overzicht getoond. Ik hou van Holland. Nederlandse kunst na 1945 laat de ontwikkelingen in de hedendaagse kunst zien en combineert deze met de ontwikkelingen in de maatschappij.

Bij het ontwikkelen van de campagne voor deze overzichtstentoonstelling stond de contextualisering van de kunst centraal. Kunstwerken uit het na-oorlogse modernisme kunnen nogal weerbarstig zijn waar het om duiding gaat. In de tentoonstelling wordt hierin tegemoet getreden door informatie over het tijdsgewricht en biografische schetsen over de kunstenaars.
Om dit binnen de marketing te benaderen werd besloten tot een ’lichte-’ en een ’donkere’ campagne. De lichte campagne concentreerde zich op de kunstwerken, de donkere op de personae van de kunstenaars. Hierbij is steeds de koppeling van de kunstenaar aan de enigszins provocatieve titel van de tentoonstelling.

Door persoonlijke observaties van de kunstenaars te verbinden aan hun portretten wordt duidelijk dat kunst maken mensenwerk is, iets wat minder voor de hand liggend is dan het klinkt gezien de ’elitaire’ status die aan kunst en kunst maken wordt toegeschreven.

Naast uitndogingen en buitenreclame werd tevens een bijlage bij NRC-Handelsblad uit gegeven die de premisse van de tentoonstelling beknopt weergaf.

Deze lijn wordt verder doorgetrokken in de publieksgids die leest als een beknopt vademecum van de Nederlandse Kunst na 1945.

Tentoonstelling en de communicatie spreken dus een identieke taal.